Ooievaars
Al vanaf het begin dat we in deze regio wonen kunnen we ieder jaar genieten van een prachtig ooievaarspaartje dat een nest heeft in Prečna, een dorpje net voor Novo mesto. Vanaf ongeveer half april tot eind augustus kunnen we, telkens wanneer we er langs rijden, volgen hoe ze hun nest in orde maken, voedsel zoeken en later hun jongen opvoeden totdat die er zelf op uit trekken om hun eigen voedsel te zoeken. Meestal hebben ze 3 a 4 jongen per jaar want een ooievaar heeft maar 1x per jaar een nest en legt dan gemiddeld 3 tot 5 eieren. Dit jaar was het er echter maar eentje.
Vorig jaar zagen we ineens een nieuw, jong paartje dat hun eerste nest aan het bouwen was, zo’n 6 kilometer vóór Prečna, waar het »oude« paar zit. Vanaf toen konden we dus twee families volgen 😊. Vorig jaar was het nieuwe paartje echter niet succesvol, ze kregen geen jong. Maar dit jaar was het raak. Bine en ik hebben ze allebei zelfs een keer druk »aan het oefenen« gezien, hahaha. Hun verwoede pogingen hebben hun vruchten afgeworpen want dit jaar hadden ze 3 jongen!
Ik vind het zo’n mooie beesten en voel me ook echt bevoorrecht dat we ze ieder jaar weer al die maanden kunnen zien. Regelmatig lopen in een veld langs de weg, op zoek naar kikkers en ander »lekkers«. Er zitten er nog veel meer in de omgeving. Dat bleek wel in het voorjaar toen we weer eens naar Novo mesto reden en we ineens een hele zwerm ooievaars zagen vliegen. Ze vlogen allemaal in rondjes, maar wel bij elkaar in de buurt. Het waren er zeker 30. Zo gaaf! Jaren geleden, toen we nog in Predoslje woonden, hebben we er ook eens een heel stel over zien vliegen. Een prachtig gezicht!
Er zijn in Slovenië zo’n 200 paartjes te vinden. Ooievaars zijn trekvogels die overwinteren in Afrika. Eind augustus vertrekken ze daarheen en zo ronde de tweede helft van april keren ze terug naar hun nest. Volgens een nieuwsartikel van vorig jaar, werden er door Sloveense onderzoekers in 2015 en 2016 drie ooievaars voorzien van apparatuur waarmee ze gevold konden worden. Zo zagen de onderzoekers dat de reis van de vogels over de Balkan ging en dat ze in Turkije de Bosporus overstaken. Vervolgens vlogen ze over Syrië en Israël naar Afrika. Daar aangekomen vlogen ze verder over Egypte en Soedan. Twee ooievaars brachten de winter door ergens tussen Ethiopië, Kenia en Tanzania, de derde in Tsjaad. Ze hadden toen een afstand afgelegd van maar liefst 7000 kilometer.
De ooievaars hebben een biologische klok die hen verteld wanneer het tijd is om te vertrekken. Door weersomstandigheden kan hun vertrek vertraging oplopen. Zware regenval of stormen kunnen vogels lange tijd tegenhouden en velen van hen helaas ook doden.
De voorjaarstrek van ooievaars gaat trouwens twee keer zo snel als de trek terug naar Afrika in de herfst. Dit komt omdat de vogels in het voorjaar haast hebben om naar hun nest te gaan. Ze vliegen gemiddeld 200 kilometer per dag, maar ze kunnen ook veel meer vliegen. De eerste die terugkeert naar het nest is het mannetje, ongeveer een week later volgt het vrouwtje. Het komt tegenwoordig ook steeds vaker voor dat ze gewoon hier overwinteren. Ze kunnen namelijk goed tegen kou, maar moeten wel voldoende te eten hebben. Wanneer er geen sneeuw ligt jagen ze op muizen. De kans dat ze de winter hier overleven is trouwens veel groter dan de kans dat ze de trek overleven. Veel vogels vinden onderweg de dood door illegale jacht, zware stormen of hoogspanningskabels. Ook elders in Europa worden zulke veranderingen waargenomen. De Spaanse ooievaarspopulatie bijvoorbeeld, migreerde regelmatig over Gibraltar naar Afrika, maar tegenwoordig blijven ze steeds vaker in de winter in Spanje en vinden ze hun eten op bijvoorbeeld vuilnisbelten.
Wat ik frappant vind is dat de witte ooievaar alleen nestelt in bevolkte gebieden. Waarom weet ik niet, maar het is wel opvallend. Een aantal jaar geleden werden er in de buurt van Prečna, speciaal voor de ooievaars, palen neergezet waar ze hun nest konden bouwen. De palen stonden echter in een veld dat een eind buiten het dorp lag. Ze staan er nog altijd, maar zonder nesten. Je ziet de nesten altijd alleen maar tussen de huizen of aan een drukke weg. Er zit zelfs een nest op een paal met borden boven de snelweg! Misschien hebben ooievaars slechte oren en daarom geen last van de herrie 😉?
»Onze« ooievaars zijn ondertussen weer vertrokken, samen met hun kinders en ik hoop van harte dat ze veilig aankomen in Afrika en dat we ze volgend jaar april weer mogen verwelkomen in ons landje. Goede reis beestjes!
No Comment