Herfst, deel 2
De vorige keer schreef ik al over de druivenpluk, de »Trgatev« dus nu nog een stukje over de andere associatie met de herfst: Kastanjes. Bine’s verjaardag (7 oktober) valt altijd samen met de kastanje periode en dus worden ze dan bijna altijd wel geroosterd en gegeten samen met ons bezoek die dag. Dit jaar wilde Bine zijn verjaardag echter niet vieren maar we hebben toch al wel kastanjes gegeten…..in het dorp. Een paar buurmannen hadden ze al geraapt. Ook voor de kastanjes komen we vaak met een aantal buren bij elkaar. Degene die ze heeft belt de rest om ze uit te nodigen.
In onze directe omgeving groeien trouwens geen tamme kastanjes. We moeten er een minuut of 20 voor rijden maar dat hebben we er graag voor over. We hebben twee vaste plekken waar we altijd heen gaan. Meestal gaan we wel een keer of twee, drie om ze te rapen zodat we een paar kilo bij elkaar hebben. We zijn natuurlijk niet de enigen die dit doen dus soms is het flink zoeken :). Dan liggen er overal alleen nog lege omhulsels. Afhankelijk ook van het jaar. Sommige jaren zijn er heel veel, soms minder, of de kastanjes zijn kleiner dan andere jaren. De grote kastanjes zijn het lekkerst en ook het makkelijkste te pellen.
Wanneer we er voldoende hebben wordt er een BBQ of vuurkorf aangestoken en de kastanjes worden met een mesje aan 1 kant een beetje ingesneden zodat ze niet »ontploffen« wanneer ze geroosterd worden. Op een plaat met gaatjes erin worden de kastanjes vervolgens op de BBQ, boven het vuur, geroosterd. Niet teveel in 1 keer en ze moeten ook steeds goed »omgeroerd« worden zodat ze aan alle kanten geroosterd worden. Na ongeveer een minuut of 15 zijn ze klaar en worden ze in een schaal of een kartonnen doos gegooid. Dan kan het pellen en smullen beginnen :).
Omdat de kastanjes boven vuur zijn geroosterd zijn ze flink geblakerd en je krijgt dus lekker zwarte handen van het pellen. Maar wat zijn ze lekker! Vooral de eerste ronde natuurlijk. Meestal volgen er in één of twee weken tijd nog een aantal rondes maar die eerste blijft het beste ;).
Je kunt de kastanjes trouwens ook koken. Gewoon in een pan met water en wat zout. Ze kunnen in de schil gekookt worden en dan gepeld of, waarschijnlijk wat makkelijker, eerst gepeld worden en dan gekookt. Ook dit is lekker maar hier ontbreekt wel de charme van het samen buiten om een vuurtje heen staan ;).
Bij het eten van kastanjes hoort hier onherroepelijk het drinken van »Mošt«. Dit is het (troebele) sap van de net geplukte druiven dat is begonnen met fermenteren. Het is dan geen druivensap meer en dus ook niet zoet. Maar het is ook nog geen wijn want daar is het nog te vroeg voor. Volgens een oude volkstraditie verandert de mošt op 11 november in wijn. Dat heet hier dan »Martinovanje«, in Nederland is dat het Sint Maarten feest. De mošt is in ieder geval erg zuur en ik vind het niet lekker, maar hier is het een gewoonte om hem bij de kastanjes te drinken. En ja, je kunt er wel al zat van worden, hahaha.
Wij gingen vroeger ook kastanjes rapen, maar aten ze rauw. Wel eerst een bittere velletje eraf peuteren. Toch eens kijken of we hier ergens kunnen rapen. De moeite waard als ik het zo lees om te roosteren. Fermentatie van fruit schijnt heel goed te zijn. Werkt als een soort pro biotica! Dus wat zullen jullie gezond worden. Misschien toch leren drinken Arlette!
Haha, vieze drankjes zijn altijd het meest gezond he? En ja, zeker eens doen, kastanjes roosteren! Veeeeel lekkerder dan rauw.